Cornelius Elven (1791-1873)
With broken heart and contrite sigh
1. With broken heart and contrite sigh,
A trembling sinner, Lord, I cry;
Thy pardoning grace is rich and free:
O God, be merciful to me!
2. I smite upon my troubled breast,
With deep and conscious guilt oppressed,
Christ and His cross my only plea:
O God, be merciful to me!
3. Far off I stand with tearful eyes,
Nor dare uplift them to the skies;
But Thou dost all my anguish see:
O God, be merciful to me!
4. Nor alms, nor deeds that I have done,
Can for a single sin atone;
To Calvary alone I flee:
O God, be merciful to me!
5. And when, redeemed from sin and hell,
With all the ransomed throng I dwell,
My raptured song shall ever be:
God has been merciful to me!
1. Met een gebroken hart en een verslagen zucht,
Als een bevende zondaar, Heere, roep ik;
Uw vergevende genade is rijk en vrij:
O God, wees mij genadig!
2. Ik sla op mijn benauwde borst,
Gekweld door diepe en bewuste schuld,
Christus en Zijn kruis is mijn enige pleitgrond:
O God, wees mij genadig!
3. Veraf sta ik met betraande ogen,
En durf ze niet naar de hemel op te heffen;
Maar Gij ziet al mijn bekommernis:
O God, wees mij genadig.
4. Geen aalmoezen, geen daden die ik gedaan heb,
Kunnen voor één zonde verzoening doen;
Naar Golgotha alleen vlucht ik:
O God, wees mij genadig!
5. En wanneer ik, verlost van zonde en hel,
Bij heel de vrijgekochte schare woon,
Zal mijn verrukte lied voor eeuwig zijn:
God is mij genadig geweest!