Mary Peters (1813-1856)
Bij dit lied kunnen we denken aan de Sunamitische vrouw, bij wie Elisa vaak logeerde. Haar werd door Elisa van de Heere beloofd dat ze een zoon zou krijgen. Die belofte ging in vervulling. Toen haar zoontje groter was geworden, ging hij op een dag kijken bij zijn vader die op de akker aan het werk was. Daar kreeg hij mogelijk een zonnesteek, werd door een knecht naar zijn moeder gedragen en stierf op haar schoot. Ze stuurde haar man een verzoek om een knecht en een ezelin, zonder te zeggen wat er gebeurd was. Op zijn vragen waarom ze naar Elisa wilde, zei ze: ‘Het zal wél zijn.’ In de grondtaal (het Hebreeuws) zegt ze hier maar één woord, ‘sjalom’, het is VREDE! Zo ging ze naar Elisa. Elisa zag haar komen en stuurde haar zijn knecht Gehazi tegemoet. Die vroeg: ‘Is het wel met u? Is het wel met uw man? Is het wel met uw kind?’ En zij zei: ‘Het is WEL.’ Opnieuw alleen dat ene woordje ‘sjalom’. Is dat niet de taal van het geloof? ‘Het is GOED’, het is VREDE, terwijl haar zoontje gestorven in huis lag! Daarna smeekte ze Elisa om met haar mee te gaan en God bewees haar de weldaad dat ze haar zoontje weer levend terug mocht ontvangen. (2 Koningen 4:8-37).
Through the love of God our Saviour
1. Through the love of God our Saviour,
All will be well,
Free and changeless is His favour;
All, all is well.
Precious is the blood that healed us;
Perfect is the grace that sealed us;
Strong the hand stretched forth to shield us;
All must be well.
2. Though we pass through tribulation,
All will be well,
Christ hath purchased full salvation;
All, all is well.
Happy, still in God confiding,
Fruitful, if in Christ abiding,
Holy, through the Spirit’s guiding:
All must be well.
3. We expect a bright tomorrow;
All will be well;
Faith can sing through days of sorrow,
All, all is well.
On our Father’s love relying,
Christ our every need supplying,
Then in living or in dying
All must be well.
1. Door de liefde van God, onze Zaligmaker:
Alles zal wél zijn;
Vrij en onveranderlijk is Zijn gunst;
Alles, alles is wél.
Dierbaar is het bloed dat ons genas;
Volmaakt is de genade die ons verzegelde;
Sterk de hand die is uitgestrekt om ons te beschermen;
Alles moet wél zijn.
2. Al gaan we door verdrukking,
Alles zal wél zijn;
Christus heeft de volle zaligheid verworven;
Alles, alles is wél.
Gelukkig, steeds op God vertrouwend,
Vruchtbaar, als wij in Christus blijven;
Heilig, door de leiding van de Geest:
Alles moet wél zijn.
3. Wij verwachten een heldere morgen;
Alles zal wél zijn;
Het geloof kan zingen, dwars door dagen vol verdriet:
Alles, alles is wél.
Rustend op de liefde van onze Vader,
Terwijl Jezus in iedere nood voorziet;
Dan, in leven of in sterven:
Alles moet wél zijn.