top of page
Anker 1

Daniel Webster Whittle (1840-1901)

In zijn Bijbelverklaring bij Handelingen 2 heeft Matthew Henry het erover dat toen hun Meester nog bij de discipelen was, er zo dikwijls twist onder hen geweest was wie de meeste was, maar dat nu al die twisten tot een eind gekomen waren. Wat ze reeds ontvangen hadden van de Heilige Geest toen Christus op hen blies, had hen tot heilige liefde gezind gemaakt. En dan zegt hij: ‘Ze hadden de laatste tijd meer gebeden dan gewoonlijk (hfdst. 1:14), en dit maakte dat ze elkaar meer liefhadden.’

Zo is het gebed een heel belangrijk middel tot liefde, tot eenheid en om de Heilige Geest te ontvangen. Is het ook niet een bekend gezegde dat je niet boos kunt blijven op degene voor wie je bidt?

Henry vervolgt: ‘Door Zijn genade bereidde Hij hen zo toe voor de gave van de Heilige Geest, want die gezegende Duif komt niet waar er lawaai en geschreeuw is, maar zweeft op de stille wateren, niet de woeste wateren.’ En bij Zacharia 12:10, waar de Heere belooft dat Hij de Geest der genade en der gebeden zal uitstorten, schrijft Henry: ‘Als God grote genade voor Zijn volk op het oog heeft, dan is het eerste wat Hij doet: hen tot bidden te brengen.’

There shall be showers of blessing

1. There shall be showers of blessing:

This is the promise of love;

There shall be seasons refreshing,

Sent from the Savior above.

 

Refrain:

Showers of blessing,

Showers of blessing we need:

Mercy-drops round us are falling,

But for the showers we plead.

 

2. There shall be showers of blessing,

Precious reviving again;

Over the hills and the valleys,

Sound of abundance of rain.

 

3. There shall be showers of blessing;

Send them upon us, O Lord;

Grant to us now a refreshing,

Come, and now honor Thy Word.

 

4. There shall be showers of blessing:

Oh, that today they might fall,

Now as to God we’re confessing,

Now as on Jesus we call!

 

5. There shall be showers of blessing,

If we but trust and obey;

There shall be seasons refreshing,

If we let God have His way.

1. Er komen plasregens van zegen; [Ezech. 34:26]

Dat is de belofte van Gods liefde;

Er zullen tijden van verkwikking komen, [Hand. 3:19]

Gezonden van de Zaligmaker daarboven.

 

Refrein:

Plasregens van zegen,

Plasregens van zegen hebben wij nodig;

Er vallen druppels van genade om ons heen,

Maar wij smeken om de plasregens.

 

2. Er komen plasregens van zegen,

Er komt een kostbare wederlevendmaking; [Ps. 85:6; Hos. 6:1-3; 14:8; Hab. 3:2]

Boven de heuvels en de valleien,

Een geruis van een overvloedige regen [1 Kon. 18:41]

 

3. Er komen plasregens van zegen;

Zend ze op ons neer, o Heere;

Schenk ons nu een verkwikking,

Kom en eer [vervul] nu Uw Woord.

 

4. Er komen plasregens van zegen;

O, dat ze vandaag mochten vallen,

Nu, terwijl wij voor God belijdenis doen,

Nu, terwijl wij Jezus aanroepen!

 

5. Er komen plasregens van zegen,

Als wij maar vertrouwen en gehoorzamen;

Er zullen tijden van verkwikking komen,

Als wij God Zijn weg laten gaan.

Er komen stromen van zegen (berijmd)

1. Er komen stromen van zegen

Dat heeft Gods Woord ons beloofd,

Stromen, verkwikkend als regen,

Vloeien tot elk die gelooft.

 

Refrein:

Stromen, stromen van zegen,

Komen als plasregens neer.

Nu vallen drupp’len reeds neder

Zend ons die stromen, o Heer’.

 

2. Er komen stromen van zegen,

Heerlijk, verkwikkend zal ’t zijn.

Op de valleien en bergen

Zal er nieuw leven dan zijn.

3. Er komen stromen van zegen,

Zend ons die heilstroom nu neer!

Geef ons die grote verkwikking;

Geef z’ ons voortdurend, o Heer’!

bottom of page