top of page
Anker 1

William Hay Macdowell Hunter Aitken (1841-1927)

Van onderstaand lied is vaak gebruikgemaakt in verband met zendingswerk en het kreeg een plaats in zendingsliedbundels. Het is gedicht met het oog op de binnenlandse zending en een belijdenisdienst.

 

Aitken gaf in 1875 zijn andere werkzaamheden als predikant in de Anglicaanse Kerk op om zich geheel aan parochiaal evangelisatiewerk te wijden. Hij vertelt het volgende over het ontstaan van zijn lied: ‘Mijn geliefde vader, wijlen ds. Robert Aitken [vicar te Pendeen in Cornwall], drong er bij mij op aan dat ik hem zou komen helpen met zijn evangelisatiewerk (dat de mensen zich nog goed herinneren) te St. Paul’s, Newport, in 1871. Ik had er weinig zin in, omdat ik een heel groot aantal belijdeniscatechisanten in mijn parochie in Everton, Liverpool, had en ik erg betrokken op hen was. Maar ik kon niet onder zijn orders uit; ik moest hem komen helpen. Hij liet mij preken terwijl ik zeker wist dat de mensen veel liever hem hadden willen horen. Die avond trok ik mij terug op mijn kamer. Ik merkte dat slapen onmogelijk was, omdat er zoveel door mij heen ging in verband met mijn werk thuis en de nieuwe verantwoordelijkheden van dit evangelisatiewerk. Uiteindelijk stond ik op, stak een licht aan en schreef dit lied voor mijn catechisanten, zodat ze het tijdens de aanstaande belijdenisdienst zouden kunnen zingen.’

O leave we all for Jesus!

1. O leave we all for Jesus! –

The world that fades away,

The flesh with its wild passions,

And Satan’s tyrant sway;

We leave it all for Jesus,

Nor will we count it loss;

For who, the fine gold gaining,

Will grudge to lose the dross?

 

2. We leave it all for Jesus!

Earth’s voices filled the air;

Fain had she lured with pleasure,

Or pressed us back with care;

But ‘Hear My voice, daughter,’

The Heavenly Bridegroom cried;

‘Leave also thine own country,

And come and be My Bride.’

 

3. I leave it all for Jesus;

He turned and gazed on me:

‘And say,’ I cried, ‘where dwell’st Thou?’

He answered, ‘Come and see!’

I came, and saw, and tarried,

Bound by a mighty spell,

And from that happy moment,

Where Jesus dwells, I dwell.

 

4. We leave it all for Jesus;

O Christ! Thy love constrains;

We follow in Thy triumph,

Thou leadest us in chains –

Fetters of grace and mercy –

To Thine own courts above;

Thy chariot-wheels – salvation,

Thy yoke – eternal love.

 

5. Farewell, ye fading visions!

Farewell, our native land!

Thy vows, O God! are on us:

Henceforth, a pilgrim band,

We seek our home in Zion,

With Jesus for our guide;

An army of cross-bearers

Led by the Crucified.

 

6. Yes, we leave all for Jesus!

And, bending at Thy shrine,

Present our souls and bodies

Henceforward to be Thine;

Oh! seal us with Thy Spirit,

And take us for Thine own;

And Thine are we forever,

Good Lord, and Thine alone!

1. O, laat ons alles verlaten voor Jezus! –

De wereld die voorbijgaat,

Het vlees met zijn wilde hartstochten

En het tirannieke bewind van de satan;

Wij verlaten het alles voor Jezus

En wij zullen het geen verlies rekenen;

Want zal iemand die fijn goud wint,

Met tegenzin het schuim verliezen?

 

2. Wij verlaten het alles voor Jezus!

De stemmen van de aarde vulden de lucht;

Graag had zij ons gelokt met genot,

Of teruggedrongen door zorg;

Maar: ‘Hoor Mijn stem, dochter’,

Riep de hemelse Bruidegom;

‘Verlaat uw eigen land,

En kom en wees Mijn bruid.’

 

3. Ik verlaat het alles voor Jezus;

Hij keerde Zich om en keek mij aan:

‘Zeg toch’, riep ik, ‘waar woont Gij?’

Hij antwoordde: ‘Kom en zie!’

Ik kwam, en zag, en bleef,

Gebonden door een machtige bekoring,

En vanaf dat gelukkige moment

Woon ik waar Jezus woont.

 

4. Wij verlaten het alles voor Jezus;

O Christus! Uw liefde dringt;

Wij volgen in Uw triomf,

Gij leidt ons in ketenen –

Boeien van genade en barmhartigheid –

Tot Uw eigen hoven daarboven;

De wielen van Uw wagen zijn heil, [Hab. 3:8]

Uw juk is eeuwige liefde.

 

5. Vaarwel, gij vervagende gezichten!

Vaarwel, ons geboorteland!

Uw geloften, o God, zijn op ons; [Ps. 56:13]

Vanaf nu, als een groep pelgrims,

Zoeken wij ons thuis in Sion,

Met Jezus als onze Gids;

Een leger van kruisdragers,

Geleid door de Gekruisigde.

 

6. Ja, wij verlaten alles voor Jezus!

En buigend aan Uw voeten,

Offeren wij onze zielen en lichamen

Om vanaf nu de Uwe te zijn;

O, verzegel ons met Uw Geest

En neem ons aan tot de Uwe!

Dan zijn wij de Uwe voor eeuwig,

Goede Heere, ja, de Uwe alleen!

© 2016 by Ruth Pieterman (RuthInterpres)
 

bottom of page