Leila Naylor Morris (1862-1929)
Nearer, still nearer, close to Thy heart
1. Nearer, still nearer, close to Thy heart,
Draw me, my Saviour, so precious Thou art;
Fold me, O fold me close to Thy breast,
Shelter me safe in that ‘Haven of Rest’,
Shelter me safe in that ‘Haven of Rest’.
2. Nearer, still nearer, nothing I bring,
Nought as an offering to Jesus, my King;
Only my sinful, now contrite heart;
Grant me the cleansing Thy blood doth impart,
Grant me the cleansing Thy blood doth impart.
3. Nearer, still nearer, Lord, to be Thine;
Sin, with its follies, I gladly resign,
All of its pleasures, pomp and its pride;
Give me but Jesus, my Lord crucified,
Give me but Jesus, my Lord crucified.
4. Nearer, still nearer, while life shall last,
Till all its struggles and trials are past;
Then through eternity, ever I’ll be
Nearer, my Saviour, still nearer to Thee,
Nearer, my Saviour, still nearer to Thee.
1. Nader, steeds nader, dicht aan Uw hart,
Trek mij, mijn Zaligmaker, zo dierbaar als Gij zijt;
Klem mij, o, klem mij dicht aan Uw boezem,
Beschut mij veilig in die ‘Haven der rust’,
Beschut mij veilig in die ‘Haven der rust’.
2. Nader, steeds nader, niets breng ik mee,
Niets als een offer voor Jezus, mijn Koning;
Alleen mijn zondige en nu verslagen hart;
Schenk mij de reiniging die Uw bloed mededeelt,
Schenk mij de reiniging die Uw bloed mededeelt.
3. Nader, steeds nader, Heere, om de Uwe te zijn;
De zonde, met haar dwaasheden, geef ik gaarne op;
Al haar genoegens, haar praal en haar trots;
Geef mij slechts Jezus, mijn gekruisigde Heere,
Geef mij slechts Jezus, mijn gekruisigde Heere.
4. Nader, steeds nader, zolang het leven zal duren,
Totdat alle worstelingen en beproevingen voorbij zijn;
Dan zal ik zijn, de hele eeuwigheid door,
Nader, mijn Zaligmaker, steeds nader bij U,
Nader, mijn Zaligmaker, steeds nader bij U.
Nader, nog nader, U meer nabij
(berijmde vertaling)
1. Nader, nog nader, U meer nabij;
Houd mij, o Heiland, steeds dicht aan Uw zij;
Slechts aan Uw boezem ben ik gerust,
Gij brengt mij veilig naar d’ eeuwige kust,
Gij brengt mij veilig naar d’ eeuwige kust.
2. Nader, nog nader, ’k breng niets, o Heer’,
Dan mijne zonden; gedenk ze niet meer!
’k Pleit op Uw offer, ’k werp m’ aan Uw voet;
Reinig, o Heiland, mij gans door Uw bloed,
Reinig, o Heiland, mij gans door Uw bloed.
3. Nader, nog nader, Heer’, ik ontvlied
Alles wat ’t leven mij zonder U biedt;
Kost m’ ook Uw dienst bespotting of pijn,
Toch wens ’k voor eeuwig Uw volg’ling te zijn,
Toch wens ’k voor eeuwig Uw volg’ling te zijn.
4. Nader, nog nader, na zorg en strijd
Wacht mij de rust, door Uw liefde bereid.
Wat ook gebeure, ’k nader steeds meer,
Jezus, mijn Heiland, kom haastig, o Heer’,
Jezus, mijn Heiland, kom haastig, o Heer’!