top of page
Anker 1
1. Het snoeimes ging zo ver, o Landman,
het wondde diep.
Maar Gij hebt elke wond verbonden,
toen ’k mij beriep
op wat Gij in Uw Woord beloofd hebt.
Zo werd de smart
mij tot een wonderbare zegen
voor geest en hart.
2. Toen ’t snoeimes mij zo diep gewond had,
kwam deze vrucht.
Ja, zalig wie in de beproeving
tot Jezus vlucht.
Daar is een volheid van genade,
een stroom zo wijd,
die door ons heen vloeit ook tot anderen
en vreugd bereidt.
3. Nee, Landman, ’k zal het mes niet weren,
dat Gij hanteert.
Gij hebt door smart en veel beproeving
mij dit geleerd,
dat ’k slechts in Jezus vrucht kan dragen
die U verheugt.
Weldra wisselt Gij het lijden
voor eeuw’ge vreugd.
bottom of page