top of page
Anker 1


Philipp Melanchthon (1497-1560)
Paul Eber (1511-1569)
 

Onderstaand lied is gezang 1591 uit de afdeling ‘Von den heiligen Engeln’

in Gesangbuch zum Gebrauch der evangelischen Brüder-Gemeinen [Hernhutters], 1858 (herdruk van 1778).

Het is gedicht door Philipp Melanchthon (1497-1560) en Paul Eber (1511-1569) waren beiden professor te Wittenberg.

Er bestaat ook een versie met twaalf coupletten.

Herr Gott! dich loben Alle wir

1. Herr Gott! dich loben Alle wir

Und sollen billig danken dir

Für dein Geschöpf der Engel schön,

Die um dich schweb’n in deinem Thron.

 

2. Sie glänzen hell und leuchten klar

und sehen dich ganz offenbar;

sie hören deine Stimm allzeit

und sind voll göttlicher Weisheit.

 

3. Sie feiern auch noch schlafen nicht,

Ihr Fleiß ist ganz darauf gericht’t,

Daß sie, Herr Christe! um dich sein

Und um dein armes Häufelein.

 

4. Sie schützen deine Christenheit,

und wehrn des Teufels Listigkeit,

bewahren uns bei Nacht und Tag

Vorm Uebel, und vor mancher Plag.

 

5. Darum wir billig loben dich,

und danken dir, Gott! ewiglich;

gleichwie die liebe Engelschaar

dich preiset heut und immerdar.

 

6. Wir bitten dich, du wollst allzeit

Dieselben heißen sein bereit,

Zu schützen deine kleine Heerd,

Die dich und dein Wort liebt und ehrt.

1. Heere God, U loven wij allen;

Wij moeten U naar recht danken

Voor Uw schepselen, de schone engelen,

Die rondom U zweven op Uw troon.

 

2. Zij stralen fel en lichten hel,

En zien U volkomen duidelijk;

Zij horen Uw stem te allen tijde

En zijn vol Goddelijke wijsheid.

 

3. Zij genieten geen vrijaf en geen slaap;

Hun vlijt is er geheel op gericht

Om U, Heere Christus,

En Uw arme hoopje te omringen.

 

4. Zij beschutten Uw christenheid

En weren des duivels listigheid,

Bewaren ons bij nacht en dag

Voor het kwaad en voor menige plaag.

 

5. Daarom loven wij U naar recht

En danken U, o God, voor eeuwig,

Evenals de lieve engelenschaar

U nu en voor immer prijst.

 

6. Wij bidden U, wilt Gij te allen tijde

De engelen bevelen bereid te zijn

Om Uw kleine kudde te beschutten,

Die U en Uw Woord liefheeft en eert.

Anchor 1

Onderstaand lied is van Philipp Melanchthon.

 

Neergedrukt door pijn en smart

Lijdenstroost

 

1. Neergedrukt door pijn en smart

blijf ik op Gods liefde hopen:

eeuwig staat de toegang open

tot Gods hemel, tot Gods hart.

 

2. ’k Denk niet dat mij God verstiet,

nu Hij mij zoveel doet lijden.

Als Hij ophoudt met kastijden,

zeg dán dat Hij mij verliet.

 

3. Harde lessen gaaft Gij, Heer’!

Maar ik heb zoveel te leren.

Wil mij dagelijks bekeren,

dat ik Uwe wegen leer.

 

4. Heer’, hoe hoog de nood ook stijgt,

’k zal mij rustig nederleggen,

U ter eer in ootmoed zeggen:

‘Spreek Gij, Heer’, Uw dienstknecht zwijgt.’

 

5. Wat ik hier niet kan verstaan,

zal ik namaals eens doorgronden,

als ik, overdekt met wonden,

eens Uw rust mag binnengaan!

bottom of page